Nieuw onderzoek naar de grootste maan van Saturnus, Titan, geeft aan dat de ondergrondse oceaan geen uitgestrekte, vloeibare uitgestrektheid is, maar eerder een complex netwerk van modderige ijstunnels en smeltwaterzakken. Deze ontdekking, gepubliceerd in Nature op 17 december, verandert dramatisch ons begrip van bewoonbaarheid buiten de aarde.
Cassini’s erfenis: hoe we voor het eerst een oceaan vermoedden
In 2008 leverde de Cassini-missie van NASA het bewijs van een mogelijke ondergrondse oceaan op Titan. Er werd waargenomen dat de vorm van de maan kromp en vervormde terwijl deze rond Saturnus draaide, een fenomeen dat wetenschappers aanvankelijk toeschreven aan een diepe, open oceaan waardoor de korst kon buigen onder de zwaartekracht van Saturnus. De nieuwe analyse suggereert echter dat de interne structuur veel gecompliceerder is.
De “verpletterende” maan en vertraagde buigingen
De sleutel tot deze nieuwste bevinding ligt in de timing van de buigingen van Titan. Cassini-gegevens onthulden dat de vorm van de maan ongeveer vijftien uur nadat Saturnus zijn sterkste zwaartekracht uitoefent, verandert. Deze vertraging komt niet overeen met een eenvoudig vloeibaar oceaanmodel; in plaats daarvan impliceert het een stroperiger, modderiger interieur dat vervorming weerstaat. De energiedissipatie die nodig is om de waargenomen vertraging te verklaren, wijst in de richting van een unieke ondergrondse omgeving.
Wat betekent “Slushy”?
Het onderzoeksteam gebruikte geavanceerde thermodynamische modellen om het interieur van Titan te simuleren. De resultaten suggereren een dikke laag modderig ijs met daarin smeltwaterzakken, in plaats van een continue oceaan. Op zulke diepten verandert de extreme druk het gedrag van water, waardoor het zich anders gedraagt dan op aarde. Deze modderige consistentie verklaart de vertraagde buigingen en verandert fundamenteel ons begrip van de interne structuur van Titan.
Implicaties voor het leven
Hoewel de afwezigheid van een traditionele oceaan misschien ontmoedigend lijkt, benadrukt het onderzoek het tegenovergestelde. Een modderig interieur kan de bewoonbaarheid vergroten. Voedingsstoffen en energie zouden worden geconcentreerd in kleinere, warmere gebieden met smeltwater, waardoor plaatselijke omgevingen zouden ontstaan die potentieel gunstiger zijn voor leven dan een uitgestrekte, verdunde oceaan. Het team vond zelfs bewijs voor zoetwatergebieden met temperaturen tot wel 20°C.
“In plaats van naar een open oceaan kijken we waarschijnlijk naar iets dat meer op Arctisch zee-ijs of aquifers lijkt, wat gevolgen heeft voor het soort leven dat we zouden kunnen aantreffen.” – Baptiste Journaux, Universiteit van Washington.
De dikke, oranje atmosfeer van Titan maakt directe observatie moeilijk, maar de radargegevens van Cassini onthulden een bizar oppervlak waar methaanregens, zeeën verschuiven en temperaturen rond de -183 °C schommelen. Dit maakt het interieuronderzoek des te belangrijker.
De ontdekking breidt het scala aan omgevingen uit die we als bewoonbaar beschouwen en benadrukt het belang van verder kijken dan aardse omstandigheden bij de zoektocht naar buitenaards leven. Het modderige interieur van Titan stelt de aannames over ondergrondse oceanen ter discussie en opent nieuwe mogelijkheden voor verkenning.
































