Kussen, een gedrag dat vaak als diep menselijk wordt beschouwd, heeft in feite wortels die teruggaan tot de gemeenschappelijke voorouders van mensen en moderne mensapen – ongeveer 21 miljoen jaar geleden. Een nieuwe studie gepubliceerd in Evolution and Human Behavior suggereert dat deze intieme daad miljoenen jaren ouder is dan Homo sapiens, en zich zelfs uitstrekt tot onze uitgestorven familieleden, de Neanderthalers.
Kussen voor verschillende soorten definiëren
Onderzoekers begonnen met het definiëren van wat kussen inhoudt, en onderscheidden het van soortgelijk gedrag in het dierenrijk. Gedrag zoals het delen van voedsel tussen moeders en nakomelingen (zoals waargenomen bij orang-oetans en chimpansees) en “kusgevechten” bij bepaalde vissen werden uitgesloten. Het onderzoek definieerde zoenen als niet-agressief mond-op-mondcontact zonder voedseloverdracht.
Op basis van deze definitie is kussen waargenomen bij verschillende moderne primaten, waaronder bonobo’s, gorilla’s, chimpansees, orang-oetans, makaken en bavianen. Dankzij deze observatie konden onderzoekers het gedrag terugvoeren in de evolutionaire geschiedenis.
Modellering van de evolutionaire oorsprong
Met behulp van Bayesiaanse modellen simuleerde het internationale team 10 miljoen mogelijke scenario’s om de evolutionaire tijdlijn van het zoenen te reconstrueren. De resultaten wijzen op een enkele oorsprong van kussen bij de gemeenschappelijke voorouder van grote apen, tussen 21,5 en 16,9 miljoen jaar geleden. Interessant is dat het gedrag niet evolueerde bij makaken en bavianen, wat duidt op afzonderlijke ontwikkelingen bij andere soorten.
De studie suggereert dat kussen mogelijk is voortgekomen uit de gewoonte van moeders om voedsel voor hun baby’s te kauwen. Dit praktische gedrag had geleidelijk kunnen veranderen in de liefdevolle daad die we vandaag de dag herkennen.
Neanderthalers en moderne mensen: gedeelde kussen?
De bevindingen komen overeen met eerder onderzoek dat suggereert dat Neanderthalers zich bezighielden met kussen, en dit gedrag zelfs deelden met vroege Homo sapiens. Een onderzoek uit 2017 waarin tandplak van een 48.000 jaar oude Neanderthaler werd geanalyseerd, bracht microbiële overlap met moderne mensen aan het licht, wat duidt op mogelijk kussen of gedeeld voedsel/water. Gezien het feit dat de kruising tussen Neanderthalers en mensen over een periode van 7.000 jaar plaatsvond, is de mogelijkheid van gedeeld intiem gedrag plausibel.
De prevalentie van kussen onder oude populaties blijft echter onduidelijk. Omdat niet alle moderne culturen kussen beoefenen, is het waarschijnlijk dat het gedrag varieerde tussen de verschillende Neanderthaler-gemeenschappen. Sommigen hebben misschien gekust, anderen niet.
Het doel van kussen: meer dan romantiek
De volharding van het kussen tussen soorten roept vragen op over de functie ervan. Hoewel romantische en sociale banden vaak voorkomende verklaringen zijn, kan kussen ook biologische doeleinden dienen. Het zou individuen in staat kunnen stellen potentiële partners te beoordelen aan de hand van chemische signalen – het detecteren van indicatoren van gezondheid, genetische compatibiliteit en sterkte van het immuunsysteem. De uitwisseling van microben tijdens het kussen kan zelfs de immuniteit ten goede komen of de sociale banden versterken.
Uiteindelijk benadrukt de studie dat zelfs schijnbaar uniek menselijk gedrag diepe evolutionaire wortels heeft. Kussen is verre van een moderne uitvinding, maar een eeuwenoude praktijk die wordt gedeeld met onze voorouders van primaten en mogelijk zelfs met onze uitgestorven neven, de Neanderthalers.






























